HIER WOONDE IEMAND
‘Ik heb iets voor jullie’, zegt de buurman. Op de sepiafoto staat zijn huis, op de benedenverdieping na, volledig verwoest. Repen stof hangen over de resten van ramen, op de bodem van wat ooit een balkon was, ligt wat ooit een matras was. Op het voetpad puin, hopen puin. Het is 1914.
Daar komt dus die barst in de pui vandaan, besef ik plots. Daarom past het raam in onze achtergevel niet in het oorspronkelijke baksteenpatroon. Door die bominslag zijn allicht ook hele delen van dit huis weggeblazen.
Iemand woonde op dat fatale ogenblik in dit huis. Iemand die er net als ik van overtuigd was dat deze vier muren haar beschutting boden. Iemand die misschien gewond is geraakt, of gedood, in diezelfde oktobermaand waarin honderden naar de IJzer marcheerden, op weg naar hun verwondingen of hun dood. Zoals de oude man die ooit in de zetel zat die nu naast het raam staat.
(Uit Wat overblijft, 2) #watoverblijft, #polisuitgevers