DE TAAL VAN STENEN

“Ik verpop tot een van die kinderen die men in een televisiestudio alleen laat met een tafel vol fruit waarin microfoons verborgen zitten. Als het fruit eensklaps begint te praten, kijken ze heel eventjes verrast en verwonderd op. Maar al vlug vinden ze het doodnormaal en ontwikkelt zich een heel gesprek.

Ik luister naar de verhalen die niet enkel de voorwerpen, maar ook het huis zelf me vertelt. Natuurlijk praten huizen, laat niemand het je andersom wijsmaken. Ze praten met hun muren en ramen, hun daken en vloeren, hun kracht en hun scheefgroei. Over hun bewoners praten ze en hoe die hen behandeld hebben, over de grond waarop ze staan en wat zich daarvoor op die grond afspeelde of bevond. Je kunt ze horen, je kunt naar ze luisteren, wanneer je de taal van de stenen leert.”

(Uit Wat overblijft, 1) #watoverblijft #polisuitgevers