DE LAATSTE ZOMER

Ik duw de terrasdeuren open, hef mijn gezicht naar de zon en doe aan tweesporendenken. Op spoor één denk ik: dit is de eerste warme dag van de laatste zomer in dit huis. Op spoor twee denk ik: dit is de eerste warme dag van zijn laatste zomer, de zomer waar hij zo op gehoopt had toen zich onverwacht meer tijd aandiende.

Elke bijkomende dag scherpt het besef aan: dit zijn de laatste voorbereidingen voor het dubbele afscheid. Kon ik dit almaar voortdenderende opruimen maar een halt toeroepen. Hoefde ik maar niets te doen, gebeurde er maar helemaal niets, ik snak er steeds vaker naar. Alsof dat oponthoud dan vanzelf ook toepasbaar zou zijn op hem. Maar er is geen stoppen aan, dat weten we allebei.

(Uit Wat overblijft, 5) #watoverblijft #polisuitgevers