MOEDERKNOPJES
Vandaag is het de verjaardag van mijn moeder, 97 zou ze geworden zijn. Dit zijn de laatste bloemen die ze me gaf, een roze azalea die ik niet eens zo mooi vond. “En als hij uitgebloeid is, moet je hem in de tuin zetten, daar heb je nog jaren plezier van.” Zei ze.
Bloemen, altijd bloemen. Een huis zonder was geen huis. Bloeiers, eerst in de tuin, later op haar terras. Wilde bloemen, geplukt tijdens een wandeling of op een afbraakwerf. Ruikers of planten, hop naar de zondagmarkt, en toen dat niet meer lukte, met haar rollator naar de bloemist op de hoek. Soms hebben we het nog over haar, hij herinnert zich nog altijd haarfijn haar smaak.
Ze was net geen 90, toen ze dood ging. En het leek wel alsof dat laatste plantje met haar mee ging, geen spetter leven in te krijgen. Maar zolang een plantje niet écht sterft, krijgt het van mij onbeperkt krediet. Zeker dit plantje.
Dus deed ik wat zij mij had geleerd. Snoeide en verzorgde het, zocht naar de optimale plaats. Tussen de camellia en de ginkgo biloba werd het, waarna het geduld oefenen begon. Jaar na jaar, tot er eensklaps een eerste schuchtere poging was. En nu tenslotte, eindelijk, deze weelde van moederknopjes. Als een verjaardagsboeket voor haar.