FIJN NAKOMERTJE

Wat een fijne, nagekomen recensie van mijn boek! “Zwijgen”, bekeken met een heel aandachtige en toch ook persoonlijke blik. René Hooyberghs is behalve dichter ook cultuuromnivoor, die zijn bevindingen bij lectuur en opera- en theaterbezoek deelt met een besloten maar groeiende groep belangstellenden. Wat hij van “Zwijgen” vond, leest u met een klik op de foto.

“Op pagina 12 van deze herinneringsroman bekruipt mij een onbehaaglijk gevoel: zit de auteur hier nu over zichzelf of over mij te schrijven? Ook ik bracht mijn kindertijd door in Schoten, ook ik leerde zwemmen door het Kempisch Kanaal te kruisen ter hoogte van Schoten-Bad (Schoten-Bad: de pretentie!). ‘Daar waar jij toen aan land kroop, buiten adem en met beslijkte voeten, was het begonnen.’ Hoe weet ze dat? Ik voel nog dat slijk tussen m’n tenen, voor altijd was ik allergisch voor het zwemmen ‘in de vrije natuur.’

Maar daar houden de gelijkenissen op, al is dat merkwaardige Iepenburg waar ze over schrijft mij ook bekend als een toen nog chique, wat vervallen ‘hotel’, waarvan ik wel wist dat er een donker kantje aan had gezeten, alleen wist ik niet goed hoe. Toevallig woonde ik er veel later op een boogscheut vandaan. Schotenhof: het Vlaams Blok haalde er op Zwarte Zondag meer dan 30% van de stemmen, terwijl de enige ‘vreemden’ daar Hollandse financiële bannelingen en hun in het zwart betaalde poetsvrouwen en tuiniers waren. Bij de volgende verkiezingen stond ik de wachtende rij bij de stemhokjes verbaasd aan te kijken: wie van de drie?

Waarom is dit boek over de naweeën van WO II, over de ‘kleine collaboratie’, over liefde en bedrog, over het verstikkende verzwijgen ervan zo boeiend dat ik het in twee lange sessies uitlees? Zwijgen mag dan wel de hoogstpersoonlijke geschiedenis van de ouders van de auteur vertellen, vergeet niet dat op de omslag het woord ‘roman’ staat. Dat de auteur niet in de ik-persoon schrijft, maar in de aansprekende wijs, lost het opdringerige van zo’n ik-verhaal knap op: de auteur spreekt zichzelf toe, zoals je voor de spiegel zou staan en tegen jezelf zegt: je ziet er goed uit vandaag. Maar die ‘je’ duidt op meer: er zit de verbijstering in van wat zich allemaal gedurende jaren onder haar neus heeft afgespeeld zonder dat ze ook maar iets vermoedde. Je vertelt mondeling een gebeurtenis en zegt ‘dat geloof je toch niet’, en met die ‘je’ bedoel je jezelf. Het je-gebruik brengt tempo in de geschiedenis en dan zit er aan het eind van nagenoeg elk hoofdstuk nog een flinke teaser vast: ‘alleen zag je te weinig’, schrijft ze, dus je wil weten wat ze dan niet had gezien: doorlezen is de boodschap.

Wat je voorgeschoteld krijgt is geen geschiedenis uit de Dag Allemaal, sensationele schande zit er niet in. De teleurstelling, het nauwelijks verborgen zelfverwijt van de auteur komt precies door dat verborgene: waarom hebben ze me dat nooit verteld, misschien had ik kunnen helpen. Het cliché bij het recenseren van zo’n tragisch familieverhaal luidt meestal: ‘meedogenloos fileert de auteur…’. Hier gebeurt het fileren wel met het scherpste mes, maar vol mededogen. De omstandigheden waardoor het huwelijk van haar ouders een koude oorlog werd, het bedrog, de leugens: het zwijgen als de grootste leugen. Ze beschuldigt maar nergens veroordeelt ze, ook van wie fout ging mag nog gehouden worden. Zwijgen heeft, in een oneindig aantal variaties, in duizenden families in Vlaanderen plaatsgevonden, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Dit relaas is geen Verdriet van België, dit is hoogstpersoonlijk verdriet. Hier geen fictieve familie Seynaeve, hier staan mensen van vlees en bloed, hier in de kast liggen de bewijzen, zwart op wit: verscheurende feiten die door zwijgen vergeten moesten worden – en dat lukt niet, natuurlijk niet.

Zo wordt deze zeer intieme roman een universele roman. Niet alleen in Iepenburg, niet alleen in Schoten, niet alleen in Vlaanderen, over de hele wereld zorgt oorlog voor wonden die niet meer geheeld zullen worden, ook niet in de tweede generatie. De littekens blijven. Daar op deze manier mee omgaan, over dit zeer persoonlijke gegeven niet meer zwijgen maar er sensatieloos een geloofwaardige, meeslepende roman voor het grote publiek uit distilleren, getuigt van grote moed. En uitzonderlijk talent.”

Ingrid Vander Veken, Zwijgen, Polis, 2016 – 206 blz.