DE SINT EN DE WAARHEID

Daar dus. Onder het armbandje met mijn naam, dat toen net rond mijn pols paste. Met op de achterzijde het adres, Huidevettersstraat 31, Antwerpen. Voor het geval ik verloren zou lopen of dat armbandje zou verliezen.

Daar, boven de chique schoenenzaak Benjamine, achter dat raam op de hoogste verdieping. Daar sliepen mijn grootmoeder en ik, en als de winter begon schilde zij voor mij elke ochtend een rood appeltje.

Daar zette ik op de vooravond van Sinterklaas mijn schoentje klaar. Met een worteltje en mijn wensen en een kloppend hart. Tot ik mijn grootmoeder op een avond besmuikt zag binnensluipen, en half slapend merkte wat ze bij zich had.

Nee, dat was geen appeltje. Het was wat er de volgende ochtend bij mijn schoentje lag. Zou het dan toch waar zijn, vroeg ik ’s anderendaags aan mijn schoolvriendinnetje, wat ze vertellen over Sinterklaas?